Reductie- afkoopvergoeding

Reductievergoeding:

Een reductievergoeding wordt geheven zowel bij stopzetten van de premie als bij vermindering van de premie. Deze vergoeding wordt ingehouden op de reserve van het tak 21 deel van het contract. Ze wordt geheven op het moment van stopzetting of telkens bij een vermindering van de premie.

Ze bestaat enerzijds uit een forfaitair bedrag A en een bedrag B dat rekening houdt met het verschil in premie voor en na de reductie.

Bedrag A is gelijk aan EUR 75.

Bedrag B houdt rekening met het verschil tussen de verwachte"reductiepremies" en de feitelijke "reductiepremies" over de verdere looptijd van het contract. Hoe vroeger in de loop van het contract wordt afgekocht of verminderd, hoe hoger dit deel B van de reductievergoeding dus zal zijn.

De "reductiepremie" is een vast gedefinieerd begrip in het kader van het contract. De "reductiepremie" is het deel van de handelsjaarpremie tak 21 dat overblijft na aftrek van de incassotoeslag. De verwachte reductiepremie is de reductiepremie vóór de premiestop of -vermindering. De feitelijke reductiepremie is de reductiepremie na de premiestop of -vermindering. Bij een premiestop is deze feitelijke reductiepremie dus gelijk aan nul.

Het bedrag B wordt berekend als de geactualiseerde waarde van 0,5% van het verschil tussen alle verwachte en de feitelijke "reductiepremies" over de verdere looptijd van het contract. De combinatie van deze verlaagde reserve en het feit dat geen of minder premies zullen betaald worden in de toekomst, zal ook het verzekerd kapitaal doen dalen.

Afkoopvergoeding:

De afkoopvergoeding op het tak 21 en tak 23 gedeelte is gelijk aan het minimum van 5% van de theoretische afkoopwaarde en 1% van de theoretische afkoopwaarde x de nog te verstrijken looptijd, met een minimum van € 75.